vrijdag 25 januari 2013

Tom Poes en de Meedoeners



gepubliceerd 2007


Toen Wim Kok in 1994 minister-president van Nederland werd, koos hij als slogan 'Werk, werk en nog eens werk!' Werkloosheid werd als de grootste vloek van het land bestempeld en alles moest op alles worden gezet om banen te scheppen. Daarenboven moesten meer vrouwen carrière gaan maken.

Deze nadruk op het belang van werk had bijna tien jaar geduurd toen Nederland - ondertussen nijverder dan een mierenhoop geworden en veranderd in één grote file - onder het bewind kwam van Jan Peter Balkenende en zijn neoconservatieve vrienden en de druk in de hoog-workaholische atmosfeer nog verder werd opgevoerd als gevolg van de wens van de nieuwe regering de Nederlandse verzorgingsstaat drastisch te 'hervormen' en diep te snijden in de uitgaven voor sociale zekerheid.

Nu werd de obsessie met werk compleet: hoewel Nederland zo rijk was als een olie-emiraat, zou het volgens het nieuwe kabinet door de ophanden zijnde vergrijzing en de concurrentie uit verre oorden geconfronteerd worden met de ergste crisis aller tijden. Derhalve diende iedereen onverwijld de handen uit de mouwen te steken om de dreigende ondergang af te wenden. Zelfs de arbeidskracht van moeders met kleine kinderen, ouden van dagen en zieken kon in deze moeilijke tijden niet worden gemist. 'Meedoen' werd dit participeren in de algehele arbeidsverdwazing door de premier en de zijnen genoemd. Wie dat niet goedschiks wilde, moest het maar kwaadschiks.

Mensen die afhankelijk waren van een sociale uitkering dienden te reïntegreren in de arbeidsmarkt, onafhankelijk van de vraag hoe groot hun kans op het vinden van werk was. Wie geen echte baan kon vinden, werd gedwongen in het park te gaan schoffelen of kleerhangers te sorteren, iets waartoe in pre-arbeidsverdwaasde dagen zelfs gedetineerden niet werden verplicht. De heilzaamheid van - zelfs de meest geestdodende vorm van - werk werd tot dogma verheven. Eerst alleen door rechts, later ook - en soms met nog meer fanatisme - door links. Ambtenaren en bestuurders werden bevangen door een modieus streven niet-werkenden het leven zo zuur mogelijk te maken. Feitelijk werd onder nieuwe namen in 'newspeak' dwangarbeid ingevoerd voor bijstandsgerechtigden. Dat bijgevolg de mensenrechten werden geschonden kon niemand iets schelen. De machthebbers drukten hun wil door met bluf en intimidatie. Bij beroepsprocedures werden de improductievelingen door de bestuursrechter steevast in het ongelijk gesteld. Andere juristen hielden hun mond.

Tegelijkertijd werd het begrip 'passende arbeid' uit het vocabulaire van de arbeidsbureaus geschrapt: van nu af aan diende elke vorm van werk als passend voor iedereen te worden beschouwd. Op alle mogelijke manieren werd duidelijk gemaakt dat het voortaan niemand meer - met uitzondering van de puisant rijken - werd toegestaan in Nederland te leven zonder op enigerlei wijze bij te dragen aan de productiviteit. Wie na afwezigheid van enige tijd vanuit het buitenland naar Nederland terugkeerde, waande zich te zijn terechtgekomen in een nog onbekend Bommelverhaal: 'Tom Poes en de Meedoeners', waarin de inwoners van Rommeldam plotseling van overheidswege was opgedragen zoveel en zolang mogelijk 'mee te doen' in het arbeidsproces en ook heer Bommel, Terpen Tijn en Wammes Waggel zich – uiteraard met rampzalige gevolgen - productieve burgers dienden te betonen.

Degenen die eerder niet tot werken in staat waren bevonden, werden nogmaals onderworpen aan een medisch onderzoek op basis van nieuwe criteria, geschikt bevonden voor arbeid en geheel of gedeeltelijk beroofd van hun inkomen. Ze moesten hun huis verkopen en zich opmaken voor de goot. Vrijwel geen van de dokters aan wie de 'keuringen' werden opgedragen had de moed de medische ethiek te verdedigen. De vakbonden stemden in met dit regeringsbeleid. Ondanks alle maatschappelijke onrust bleef het in de media stil als op een ondergesneeuwd kerkhof, evenals in de publieke opinie. Solidariteit met de zieken bleek afgeschaft. Dit was het land van 'IJzeren Rita' en de nazistische euthanasiewetgeving.

Enige tijd geleden verklaarden enkele bestuurders en 'zorgmanagers' in de provincie Friesland dat patiënten uit hun plaatselijke gekkenhuis in het vervolg gedwongen te werk zullen worden gesteld. Op ongeveer hetzelfde moment introduceerde Jan Peter Balkenende een nieuwe slogan, althans een die hij geplagieerd had van de copywriters van de Amerikaanse staat Wisconsin, de bakermat van een vorm van dwangarbeid die bekend staat onder de naam Work First. Deze slogan luidt 'Nederland werkt' ('Wisconsin works').

De nieuwe SER-voorzitter Rinnooy Kan betoonde zich onlangs in het economiekatern van de NRC al niet minder tevreden over de thans bereikte mate van 'meedoen'. 'Dit is nog nooit vertoond' merkte hij juichend op over de grote eenstemmigheid onder werkgevers en werknemers over het plan de arbeidsverdwazing nog verder op te voeren: 'Deze participatiedoelstelling is uniek. Het is nog nooit eerder vertoond dat werkgevers en werknemers samen kiezen voor zo'n ambitieuze doelstelling. Ik denk dat we, als we dit uitvoeren, uitkomen op het niveau van de huidige Zweedse cijfers, of zelfs daarboven. En de Zweden zijn wereldkampioen participatie.'

De enige verdere stap op dit pad van werkgerelateerde waanzin die men nu nog kan zetten is overledenen op te graven en na een douchebeurt en een korte opfriscursus te dwingen te reïntegreren in de arbeidsmarkt. In Den Haag verzint immers geen wakkere Tom Poes een list.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten